zondag 28 juli 2013


Marie-Louise
28/7/2013 - Het klank-en-lichtspel van de afgelopen nacht is gespreksonderwerp nummer één tijdens de eerste kilometers van de rit. Alleen de Gentse Feestengangers hadden van bliksem en donder niks gehoord. Zelfs dwars door de regen hadden ze gedanst.

Vandaag een mooi lusje aan de Oostkant van Laarne, meer bepaald langs de majestueus meanderende  Schelde. De hitte van de afgelopen dagen houdt zich even afzijdig en er kan van lekker fietsweer gesproken worden.
Mooi mee in het pak, bijna inspanningsloos, ware het niet van de vele bochten. Het vele optrekwerk maakt het dan toch weer een tikkeltje uitdagend. Het ontwijken van bladeren en takken, rijkelijk gezaaid door het onweer, eveneens.

Galanterie van Kristof, die met een mooie backhand een daas, ofte paardenvlieg, van het achterwerk van Paul veegt. ‘Ja, die beesten ruiken nog het bloed op die spuitvlek’.
We zien aan de overkant het palingdorp Mariekerke en ook St-Amands. Een graftombe die uitkijkt op de Schelde, de laatste rustplaats van schrijver Emile Verhaeren, de bekendste telg van het dorp. Verhaeren schreef bijna uitsluitend in het Frans. In 1916 verongelukte hij toen hij in Rouen op een rijdende trein wou springen.

Het tweede deel van de rit wordt een stotterende opeenvolging van lekke banden. Freddy, ook bekend als de vlasspinner, begint aan een calvarie van drie herstellingen van eenzelfde band. Bij het oppompen van die band na één van de reparaties zegt hij dat het ‘moeilijk is om hem hard te krijgen’. Een anonieme Trapper zegt daarop dat hij ‘toch onder een pruimenboom staat’. Alweer een bewijs dat een Trapper scherpzinnig blijft, ook wanneer fysiek uitgedaagd.
Terwijl een deel van de groep bij de derde time-out uit verveling een Marie-Louise doet op de Scheldedijk, is het Kristof die uiteindelijk ziet dat er een stukje metaal in de band zit. Een andere anonieme Trapper zegt dat je ‘met kinderen en oude mensen niks anders dan last hebt’. Freddy zwijgt en pompt.

Gezien we tot dan toe opgeschoten zijn als een luis op een teerton, wordt de kadans flink verhoogd tot in Wetteren. Ik beperk mij tot contemplatie van het landschap.
Met geheven hoofd arriveren we in de Wastobbe, het record lekke banden per rit is met vijf nog steeds in handen van de hazewinden.


zondag 21 juli 2013


Van Filip naar Froome
21/07/2013 - Pas halfnegen maar het lijkt wel alsof de duivel de hel al heeft aangeblazen boven het landelijk woondorp Laarne. De feodale burcht ziet er trotser uit dan gewoonlijk, het is natuurlijk geen dag als een ander. België krijgt een nieuwe koning, de zevende Coburger op rij, en zijn naam is Filip. Jammer dat we nu Paola minder te zien zullen krijgen.  Wat was - en is - dat Italiaanse prinsesje toch popmooi.

De plechtstatigheden van vanmiddag zullen  iedereen voor  de hartverscheurende keuze plaatsen: Tour of troonswissel?
Momenteel maakt het nog niet uit. De luipaarden vertrekken richting Vlaamse Ardennen, dit ter onderstreping van de Vlaams-Waalse vriendschap op deze royale dag maar vooral om Eikenberg, Varent en Molenberg op te fietsen. Drie kasseistroken, in de volksmond ook wel kalseides genoemd.

Naast mij opnieuw mijn buurman Eric, die het blijkbaar leuk heeft gevonden en nog meer van de matrak wil, dit keer bij de luipaarden. Eerst een mooi intermezzo over de ribbelstroken langs de Schelde. Ik ontwaar kunst in die evenwijdige stroken: even absurd als Magritte, even strak als een patroon van Mondriaan. Schoonheid ligt in het oog van de kijker!
Na ongeveer 50km is het zover. Geen verstoppen meer in de groep, ieder voor zich. De Eikenberg biedt met zijn asfaltstroken links en rechts enig soelaas maar de zon begint toch flink te steken. Mijn zweet parelt niet langer, het gutst van onder mijn helm.

Een korte stop boven op de Kokerelleberg en even de tijd om van het koren te genieten dat meewalst met de wind. De Varent is bijna uitsluitend in asfalt, maar aan het einde volgen nog een paar dikke kasseien. Het gevoel dat nadat je de afwas hebt gedaan er nog iemand met drie glazen de keuken binnenwandelt.
Dan de Molenberg, nog geen 500m lang maar vol met handgekapte kasseien. Niet nauw aansluitend gelegd, de spleten ertussen herbergen met grote waarschijnlijkheid grote kolonies duizendpoten en oorbeesten.  Ik vertrek te groot en sterf een onfortuinlijke dood.

Op de top geeft Martin het signaal om terug richting Laarne te rijden. Hij moet immers nog zijn barbecuevlees afhalen.  Volgt het beproefde recept: met hoge snelheid door Oosterzele en zonder tempo te minderen via de Geraardbergsesteenweg naar brouwerij Huyghe. 
Nooit smaakt een pint zo lekker als bij dit heerlijke weer. Maar als het bier op is, dan komt het zinksel in ’t glas. Maar dat zinksel zit blijkbaar in mijn dijen als ik naar huis fiets.

Vanmiddag ga ik wat zappen: van Filip naar Froome!

dinsdag 9 juli 2013


Mokerslag
7/7/2013 - De doemdenkers zitten thuis cynisch te zijn en de planeetopwarmers staan netjes in de rij op de E40. Uitmaken wie gelijk heeft is te moeilijk voor mijn hoofd, maar ik wil wel eens weten hoeveel  energie de Trappers in al die jaren bijeen gefietst zouden kunnen hebben.  Wie rekent dat eens uit? Dat is pas groene stroom.
Met een nieuwe, blitse Merckx EMX-1 tussen de benen rijdt mijn buurman vandaag met mij mee naar Laarne. De Dreef verschaft amper schaduw en het aangezicht van die nieuwe afgeplatte kasseien en die delicate boompjes, ondersteund door houten palen, zijn aandoenlijk.  Zeker tegenover dat machtige kasteel.

We begroeten de Trappers en komen meteen aan de weet dat Jean-Pierre niet mee zal rijden.  Hij heeft in zijn vinger gezaagd, zeven draadjes nota bene. Wie kent nog Vlaanderen uit het hoofd? Juist: Johnny. We volgen hem op een vlakke tocht via Zevergem naar De Pinte. Het is redelijk stil in de groep. Iedereen geniet blijkbaar van deze eerste fietszomerdag. Op een bepaald moment word ik omringd door louter paardenstaarten. De vrouwen hebben het vandaag voor het zeggen. Ik trap me uit de omklemming naar voren en schaar me weer aan de zij van mijn buurman.
Zwijnaarde, De Pinte en Zevergem, vroeger uithoeken waar een mens van stand niet kwam, zijn nu elegante dorpen waar alles netjes geveegd lijkt en het gras gemillimeterd is. Vandaag leer ik trouwens dat gras in het Laarns ‘gas’ is. Met mijn Gentse ‘gès’ in mijn mond, krijg ik dat niet uitgesproken, evenmin als het Laarnse woord voor paling ofte ‘poojlink’.

Het zal de lezer niet ontgaan zijn dat hij van de verslaggever geen technische ritdetails moet verwachten maar eerder een opsomming van onbenulligheden.
Ons verste punt is Ouwegem, dan wordt gekeerd en via Gavere en Bottelare teruggereden. Niet alvorens lek te rijden in de buurt van Nazareth. De bijwerkingen van het fietsen kunnen hoogst onaangenaam zijn.

Toch nog een sprintje op het einde en Dirk gaat oppermachtig als eerste de Achterdreef in. Tegen die krachtige pedaalslag heeft  niemand een antwoord.
Geloof het of niet: iedereen zoekt schaduw in de Tobbe.

Juli heeft een mokerslag uitgedeeld!