zondag 5 mei 2013


Testosteron
5/5/2013 - De vogels fluiten, de zon schijnt. In Heusden toveren de bomen, geholpen door  een lage zon, een abstracte kronkel op het wegdek. Beter dan het beste doek in het SMAK.

Mijn vreugde is oprecht en ik kies vandaag voor de jachtluipaarden. Een vlaag van trots, overmoed en onvoldoende zelfkennis.

In vliegende draf trapt Olivier zich naar de leiding en gidst ons door mijn geboortestad Gent. Jawel, over de kasseien van de Vlasmarkt bij Sint-Jacobs, daar waar ik meermaals een roes beleefde in het feestgedruis. Deze keer is de roes van een andere orde.  De hydratatie eveneens.
Een haastig man moet op geen ezel rijden en omringd door Merckxen en Cervélo’s suis ik langs de rommelmarkt. Martin komt naast me rijden en zegt: ‘’k Ben blij dat je erbij bent, je kan dan bij mij blijven als het niet meer gaat.” OK, ik heb dus een reputatie als rode lantaarn.

In de Rode Lijvekensstraat worden we geremd door een vrachtwagen van het Rode Kruis. Freddy zegt meteen: “Rij er maar op, het is meteen de goeie!” Cynisme is altijd prima humor.

In Wondelgem roept een man op de stoep naar zijn vrouw die aan komt fietsen: “Allez, pakt ulder wiel!” Een rit met de Trappers is altijd een beetje slapstick.

De rit gaat via de Kanaalzone naar Nederland en als in de verte de petrochemie van Zelzate opdoemt, probeer ik minder te ademen, het ongeval in Wetteren nog fris in het geheugen. Na een bocht verlies ik echter de groep. In een straat die half uit beton en half uit kasseien bestaat, kies ik voor de kasseien. Ik heb een paar honderd meter aan mijn been. De groep doet niet moeilijk en wacht mij op. Veel testosteron maar het hart op de juiste plaats.

Alleen mannen bij de jachtluipaarden en dat is toch een manco. Mannen hebben alleen medelijden als ze voelen dat je echt gaat sterven.

Nederland dus, het land van de ‘platte kilometers’ (dixit Kristof). Volgens mij is plat en snel hetzelfde als steil en traag, maar ik kan mij vergissen. De fietspaden zijn breed, zo breed dat we een groepje fietsers uit Zele kunnen inhalen. Freddy laat zijn bel lustig rinkelen maar wil eigenlijk zeggen: “Uit de weg losers!”. Even verderop blijkt dat het hautaine inhaalmaneuver ons de verkeerde richting heeft uitgestuwd. Hoongelach natuurlijk als de Zelenaren ons weer inhalen en roepen: “Allez gasten, stoade geparkeerd?”

Van dat ogenblik begint mijn calvarietocht tot Laarne. Ik laat me meezuigen maar voel me toch als een os die een kar voorttrekt door een modderige akker. Als Kristof me nog een tip geeft om meer uit de wind te rijden en me zegt dat Laarne maar een paar platte kilometers meer is, leef ik op.

De Wastobbe ligt mooi in de zon en de hazewinden genieten al in alle rust van de zon op het terras.

Twee Hoegaardens, een paar moppen en met Eric terug richting huis. ’t Is goed geweest, zet de tuinzetel maar klaar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten