zondag 25 augustus 2013


Don Fredo
25/8/2013 - Alfred Hamerlinck laat bij niemand een belletje rinkelen, zelfs niet als we in Wondelgem in pittige kadans voorbij het door hem in 1940 geopende café ‘Don Fredo’ draven. Don Fredo (1905-1993) was een wielervedette in zijn tijd. In 1931 twee  ritzeges in de Tour en één dag gele trui. In 1936 winnaar van de Zesdaagse Van Antwerpen. Drager van de koerstruien van de Franse sponsors Automoto, Général Lucifer en Dilecta. In 1927, toen de gemiddelde Vlaming nooit verder dan tien kilometer van zijn erf kwam, reed Alfred de Vuelta Ciclista al País Vasco. Jawel, de Basken rijden al lang op twee wielen!

Als jong ventje ging ik met mijn oom eens een cola drinken in dat café, enkel en alleen om die ridderlijke figuur eens van nabij te zien. Plots kwam hij uit de keuken binnengewandeld en dat beeld, dat beeld... wel, dat zag ik weer toen we er voorbijreden. Charisma van kop tot teen!
Maar goed, er volgen nog 100 kilometer en het is maar goed dat Steven en Jürgen de roedel leiden want hoewel Frank Deboosere weer een voorspelling heeft gedaan die in een andere stiel tot ontslag kan leiden, staat de wind hard in het gezicht. Het tempo is jachtig, gepast voor jachtluipaarden. Reisdoel: Ijzendijke in Zeeland. Reisafstand: 120 kilometer.

We galopperen voorbij Paris-Texas in Ertvelde en - toeval of niet - we passeren ook Assenede, geboortedorp van Alfred Hamerlinck. Iedereen kijkt voor zich uit, 33km/uur is geen mijmersnelheid.
Geen mijmeren mogelijk over het vissersverleden van Boekhoute, hoewel de provincie Oost-Vlaanderen overal borden met uitleg plaatst. Die zal ik dus allemaal lezen als ik met pensioen ben.

Het bezoek aan Nederland is kort, hoewel, ik houd wel van de Zeeuwen. Ze zijn Vlaamser gebekt dan de echte Hollanders, zijn gastvrij en serveren prima mosselen. Waterlandkerkje en Turkeije en we hebben het gehad, weer naar het vaderland.
Sint-Margriete, Bentille, Kaprijke, Waarschoot en we ruiken Gent. Niet spijtig want de snelheid en de kilometers beginnen te wegen. Ter hoogte van Halewijn gaat het richting Laarne.

Ik voel me prima op Drongenbrug en trek eens door, niet uit hovaardigheid maar wel van blijdschap omdat ik mijn Gentse torenrij zie. Maar ja, Gent is Laarne niet en dat moet ik bekopen. De Jozef Plateaustraat doet me de das om en er volgt een accordeonrit tot aan de Wastobbe.
Gelukkig zijn er af en toe een paar stuwende handen (weet je nog Alain?) die me tot de koord brengen.

Van de week koop ik een bak Fristi!
Alfred Hamerlinck, alias 'Don Fredo' (1931)

zondag 28 juli 2013


Marie-Louise
28/7/2013 - Het klank-en-lichtspel van de afgelopen nacht is gespreksonderwerp nummer één tijdens de eerste kilometers van de rit. Alleen de Gentse Feestengangers hadden van bliksem en donder niks gehoord. Zelfs dwars door de regen hadden ze gedanst.

Vandaag een mooi lusje aan de Oostkant van Laarne, meer bepaald langs de majestueus meanderende  Schelde. De hitte van de afgelopen dagen houdt zich even afzijdig en er kan van lekker fietsweer gesproken worden.
Mooi mee in het pak, bijna inspanningsloos, ware het niet van de vele bochten. Het vele optrekwerk maakt het dan toch weer een tikkeltje uitdagend. Het ontwijken van bladeren en takken, rijkelijk gezaaid door het onweer, eveneens.

Galanterie van Kristof, die met een mooie backhand een daas, ofte paardenvlieg, van het achterwerk van Paul veegt. ‘Ja, die beesten ruiken nog het bloed op die spuitvlek’.
We zien aan de overkant het palingdorp Mariekerke en ook St-Amands. Een graftombe die uitkijkt op de Schelde, de laatste rustplaats van schrijver Emile Verhaeren, de bekendste telg van het dorp. Verhaeren schreef bijna uitsluitend in het Frans. In 1916 verongelukte hij toen hij in Rouen op een rijdende trein wou springen.

Het tweede deel van de rit wordt een stotterende opeenvolging van lekke banden. Freddy, ook bekend als de vlasspinner, begint aan een calvarie van drie herstellingen van eenzelfde band. Bij het oppompen van die band na één van de reparaties zegt hij dat het ‘moeilijk is om hem hard te krijgen’. Een anonieme Trapper zegt daarop dat hij ‘toch onder een pruimenboom staat’. Alweer een bewijs dat een Trapper scherpzinnig blijft, ook wanneer fysiek uitgedaagd.
Terwijl een deel van de groep bij de derde time-out uit verveling een Marie-Louise doet op de Scheldedijk, is het Kristof die uiteindelijk ziet dat er een stukje metaal in de band zit. Een andere anonieme Trapper zegt dat je ‘met kinderen en oude mensen niks anders dan last hebt’. Freddy zwijgt en pompt.

Gezien we tot dan toe opgeschoten zijn als een luis op een teerton, wordt de kadans flink verhoogd tot in Wetteren. Ik beperk mij tot contemplatie van het landschap.
Met geheven hoofd arriveren we in de Wastobbe, het record lekke banden per rit is met vijf nog steeds in handen van de hazewinden.


zondag 21 juli 2013


Van Filip naar Froome
21/07/2013 - Pas halfnegen maar het lijkt wel alsof de duivel de hel al heeft aangeblazen boven het landelijk woondorp Laarne. De feodale burcht ziet er trotser uit dan gewoonlijk, het is natuurlijk geen dag als een ander. België krijgt een nieuwe koning, de zevende Coburger op rij, en zijn naam is Filip. Jammer dat we nu Paola minder te zien zullen krijgen.  Wat was - en is - dat Italiaanse prinsesje toch popmooi.

De plechtstatigheden van vanmiddag zullen  iedereen voor  de hartverscheurende keuze plaatsen: Tour of troonswissel?
Momenteel maakt het nog niet uit. De luipaarden vertrekken richting Vlaamse Ardennen, dit ter onderstreping van de Vlaams-Waalse vriendschap op deze royale dag maar vooral om Eikenberg, Varent en Molenberg op te fietsen. Drie kasseistroken, in de volksmond ook wel kalseides genoemd.

Naast mij opnieuw mijn buurman Eric, die het blijkbaar leuk heeft gevonden en nog meer van de matrak wil, dit keer bij de luipaarden. Eerst een mooi intermezzo over de ribbelstroken langs de Schelde. Ik ontwaar kunst in die evenwijdige stroken: even absurd als Magritte, even strak als een patroon van Mondriaan. Schoonheid ligt in het oog van de kijker!
Na ongeveer 50km is het zover. Geen verstoppen meer in de groep, ieder voor zich. De Eikenberg biedt met zijn asfaltstroken links en rechts enig soelaas maar de zon begint toch flink te steken. Mijn zweet parelt niet langer, het gutst van onder mijn helm.

Een korte stop boven op de Kokerelleberg en even de tijd om van het koren te genieten dat meewalst met de wind. De Varent is bijna uitsluitend in asfalt, maar aan het einde volgen nog een paar dikke kasseien. Het gevoel dat nadat je de afwas hebt gedaan er nog iemand met drie glazen de keuken binnenwandelt.
Dan de Molenberg, nog geen 500m lang maar vol met handgekapte kasseien. Niet nauw aansluitend gelegd, de spleten ertussen herbergen met grote waarschijnlijkheid grote kolonies duizendpoten en oorbeesten.  Ik vertrek te groot en sterf een onfortuinlijke dood.

Op de top geeft Martin het signaal om terug richting Laarne te rijden. Hij moet immers nog zijn barbecuevlees afhalen.  Volgt het beproefde recept: met hoge snelheid door Oosterzele en zonder tempo te minderen via de Geraardbergsesteenweg naar brouwerij Huyghe. 
Nooit smaakt een pint zo lekker als bij dit heerlijke weer. Maar als het bier op is, dan komt het zinksel in ’t glas. Maar dat zinksel zit blijkbaar in mijn dijen als ik naar huis fiets.

Vanmiddag ga ik wat zappen: van Filip naar Froome!

dinsdag 9 juli 2013


Mokerslag
7/7/2013 - De doemdenkers zitten thuis cynisch te zijn en de planeetopwarmers staan netjes in de rij op de E40. Uitmaken wie gelijk heeft is te moeilijk voor mijn hoofd, maar ik wil wel eens weten hoeveel  energie de Trappers in al die jaren bijeen gefietst zouden kunnen hebben.  Wie rekent dat eens uit? Dat is pas groene stroom.
Met een nieuwe, blitse Merckx EMX-1 tussen de benen rijdt mijn buurman vandaag met mij mee naar Laarne. De Dreef verschaft amper schaduw en het aangezicht van die nieuwe afgeplatte kasseien en die delicate boompjes, ondersteund door houten palen, zijn aandoenlijk.  Zeker tegenover dat machtige kasteel.

We begroeten de Trappers en komen meteen aan de weet dat Jean-Pierre niet mee zal rijden.  Hij heeft in zijn vinger gezaagd, zeven draadjes nota bene. Wie kent nog Vlaanderen uit het hoofd? Juist: Johnny. We volgen hem op een vlakke tocht via Zevergem naar De Pinte. Het is redelijk stil in de groep. Iedereen geniet blijkbaar van deze eerste fietszomerdag. Op een bepaald moment word ik omringd door louter paardenstaarten. De vrouwen hebben het vandaag voor het zeggen. Ik trap me uit de omklemming naar voren en schaar me weer aan de zij van mijn buurman.
Zwijnaarde, De Pinte en Zevergem, vroeger uithoeken waar een mens van stand niet kwam, zijn nu elegante dorpen waar alles netjes geveegd lijkt en het gras gemillimeterd is. Vandaag leer ik trouwens dat gras in het Laarns ‘gas’ is. Met mijn Gentse ‘gès’ in mijn mond, krijg ik dat niet uitgesproken, evenmin als het Laarnse woord voor paling ofte ‘poojlink’.

Het zal de lezer niet ontgaan zijn dat hij van de verslaggever geen technische ritdetails moet verwachten maar eerder een opsomming van onbenulligheden.
Ons verste punt is Ouwegem, dan wordt gekeerd en via Gavere en Bottelare teruggereden. Niet alvorens lek te rijden in de buurt van Nazareth. De bijwerkingen van het fietsen kunnen hoogst onaangenaam zijn.

Toch nog een sprintje op het einde en Dirk gaat oppermachtig als eerste de Achterdreef in. Tegen die krachtige pedaalslag heeft  niemand een antwoord.
Geloof het of niet: iedereen zoekt schaduw in de Tobbe.

Juli heeft een mokerslag uitgedeeld!

zondag 30 juni 2013


De 3 M’s
30/6/2013 - In welk hogedrukgebied mag de zon zich dan wel verstoppen? De straten zijn vanmorgen leeg omdat iemand met een beetje vakantie en een beetje hersens al op weg is richting zuiden. Waarschijnlijk al in de file maar zonder stress. Wetende dat de zon elk moment zal doorbreken. En die weerberichten die ons toch zo depressief maken. Waar is toch Armand Pien, die het allemaal niet zo cynisch bekeek. Aan het einde van het slechte nieuws haalde hij een reuze aardappel boven of een wortel in de vorm van een Sojoezraket. En iedereen tevreden naar bed.

Lange mouwen, korte mouwen? Janet twijfelt niet en pronkt met een flink stuk bakpapier dat de wind van haar frêle lichaam moet afweren. De oven hoeft bij thuiskomst niet meer voorverwarmd te worden!

Vandaag gaat het dus naar ‘de muur’ in Geraardsbergen. De stad van de 3 M’s: Muur, Manneken Pis en Mattentaarten. Ik zal alleen de muur zien en een rommelmarkt aan de voet ervan. Zo geconcentreerd ben ik over mijn stuur gebogen.  Na een kort intermezzo in Gontrode, waar we een zwaai moeten maken om de kermis niet te verstoren, trappen we in een pittige kadans zuidwaarts, net als de zonnezoekers dus. We krijgen zelfs begeleiding van de vrijwillige brandweer van Wetteren.
In Geraardsbergen rijden we over een keistijl brugje en op de top ervan zien we ‘de muur’ voor ons liggen.

Tot onze verrassing zien we Erik van de luipaarden met zijn fiets aan de hand over de rommelmarkt lopen: ‘Ich heb mene fiets kapotgetrap jong, op de muur jong, heel mene derailleur kepot, ich ga mien vrouw belle!’
Ik vertrek snel maar word ingehaald door Katrien en Elke. In het gedeelte tussen de bomen bots ik op en neer op de kasseien en moet voor 50 meter een pied-à-terre zoeken. Jammer. Ik kom toch op de fiets boven bij de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Oudenberg. Het uitzicht over de streek is mooi en vanaf nu rijden we huiswaarts.

De dorpen langs de weg zijn nieuw voor mij: Grimminge, Smeerebbe-Vloerzegem. Waar halen ze die namen toch? Ik herken plots Herzele en mijn benen worden lichter. Even verder in St-Lievens Houtem drapeert Véronique met haar lange lichaam het trottoir. Jean-Pierre en ikzelf aanschouwen op de markt een flinke stier. Het dier heeft een ring door de neus geboord, als teken van verknechting. Alleen de insecten, de vissen en wat knaaggedierte worden door de mens nog een vrij leven gegund. Als ze tenminste van ons eten blijven.
De Wastobbe glimt dan toch in de zon en ik laat ze gul over mijn vermoeide lichaam schijnen. Ik droom er al van om vanmiddag zachtjes in slaap gewiegd te worden door het klapperende geluid van de helikopters boven het tourpeloton. Ik weet dan nog niet dat Jan Bakelants iedereen aan zijn degen zal rijgen.

zondag 16 juni 2013


Adhemar
16/6/2013 - Radio 1 gooit de nieuwe van Stromae in de ether vanmorgen. ‘Tu étais formidable, j'étais fort minable…’ Zijn song brengt mij in de juiste beat om te vertrekken. Veel schoon volk aan de Tobbe maar geen Jean-Pierre. Wat getalm omdat iedereen de Berendries kent maar niet weet waar hij ligt. Dat zal wel! Samen met Willy raapt ondergetekende alle moed samen, op zoek naar de vermaledijde helling. Via gekende en ongekende paden belanden we in de buurt van Zottegem op zoek naar het pijltje Michelbeke.

Johnny haalt plots een kaartje uit zijn fotografisch geheugen en gaat naar de leiding. En plots ligt daar, in de achtertuin van De Croo,  het juweel van Michelbeke . Geen houden aan Elke, die het sissende serpent met een paar omwentelingen elegant de kop afbijt. Familie Van Pouck houdt ook twee vingers in de neus. Alleen Willy ontbreekt op het appel. De ideale klim voor hem maar een bus blokkeert zijn tred. Dedzjuu! zegt men in ’t schoon Vlaams.
Katrien belt aan bij een villa op de top van de heuvel en vraagt of ze haar neus mag poederen. Geen probleem, Vlaanderen is van iedereen! Wat een verschil met Janet, die onlangs nog vrede nam met een huis in opbouw. Een beetje stijl mag!

De constateur tikt en duiven zijn gemaakt om te vliegen maar ook om te ‘vallen’. Al 40km op de teller en dus terug naar Laarne onder een veelbelovend zonnetje.  Wat tijdverlies door een lekke band maakt de studenten in de groep wat nerveus. Dikke cursussen anatomie liggen klaar om beduimeld te worden.
Opvallend veel fietswinkels op onze weg vandaag. Naast een zaak die ‘Cameleon’ heet , een kantoor waar men ‘krediet op maat’ geeft. Het zal toch niet waar zijn dat de Vlaming na een baksteen nu ook een fiets op zijn maag heeft zeker.

Ergens in de buurt van Munte begin ik mijn oriëntatie terug te vinden. Naast de kerk een flinke duik en zo inspanningsloos naar Oosterzele. Nog even toont Johnny mij waar hij geboren werd, aan de Zink. In zijn tuin stond – en staat – een bunker. Een restant van de Gentse verdedigingsgordel die in de jaren ’30 van vorige eeuw gebouwd werd. Militair nooit gebruikt maar wel ideaal om aardappelen in te bewaren.  Even voordien waren we trouwens een aardappelautomaat voorbijgereden. Waar gaat het toch heen met deze wereld. Als zelfs de boeren het werk uitgeven aan de robots.
Even voorbij de wieg van Johnny zit Adhemar , zoon van Nero, rustig op een bankje. In Munte was Adolf Neels  lang pastoor, hij was de broer van striptekenaar Marc Sleen. Sleen is dus een anagram van Neels.

Wat je bij de Trappers toch niet allemaal leert.

zondag 2 juni 2013


‘In uwe noodwendigheden, aanroept Maria!’

02/06/2013 - Nog maar net de deur uit en ik word al bedankt. Op een bord langs Heusdenbaan lichten groene letters op: U rijdt 26km/u. Tof, dank u! Onze tof-maatschappij. Dank zij Marc Zuckerberg is alles nu opgedeeld in ‘leuk’ of ‘niet leuk’, tof en niet tof. Als een vriend op Facebook zegt dat hij zijn been heeft gebroken heb je de keuze tussen hem een ‘like’ geven of niks zeggen. Marc Zuckerberg denkt dan ook binair, in nul en één. Geen nuance in zijn geniale brein dat onze wereld richting geeft.

Ik kom als eerste aan vandaag, digitaal is het 8u16! Ik ga op het trapje van het statige herenhuis tegenover de Wastobbe zitten, ik wil immers geen streepje zon missen. Het verkeer schuift traag voorbij en de Trappers komen één voor één toe en kiezen mijn straatkant. De dapperen van ‘La Chouffe’ zien er wat verfomfaaid uit maar zijn reeds goed ter stemme. Ik volg de hazewinden, aangevoerd door de onvermoeibare Jean-Pierre. Die lijkt na een dieet van feta en olijven wel herboren. À propos Kreta: warm en ‘leuk’ maar te veel loslopende honden.

In Lokeren laten we de tegenwind achter ons en slingeren sierlijk langs de Durme, waarvan ik alleen de bedding zie. Door het riet alleen slib en watervogels. Een lange, hellende weg leidt ons tot in Waasmunster, het dorp waar het geld met schoppen in huis geworpen wordt. Zo lijkt het toch als links en rechts grote villa’s van tussen de sparren opdoemen. Het Wase Sint-Martens-Latem. Villa’s met bijpassende voituur wel te verstaan. Dacia is hier geen huismerk. Aan de rand van het bos een rij cafés en restaurants, mooi in het gelid. Eén ervan heet ‘De Gulden Schaduw’ en de betekenis ervan ontgaat mij volledig.

Uit de bossen en weer de weg op richting Zele, oude jutestad. Ooit hoorde ik van een vriend dat er al in de jaren dertig van vorige eeuw Sikhs rondliepen die in de textielindustrie werkten. Geen cryptische omschrijvingen in de horeca hier, cafés heten hier gewoon ‘Voetbal’ of ‘Stadion’.
Bij het uitrijden van Zele zie ik een kapelletje waarop in grote letters te lezen staat: ‘In uwe noodwendigheden, aanroept Maria!’ De madonna als troost voor de paupers na het labeur in de fabriek.

We rijden naar Laarne via Overmere, daar waar ooit een kern van boerenkrijgers het opnam tegen het machtige Franse leger. Geen wonder dat in Overmere en Kalken nog steeds sterke boksers te vinden zijn. Het zit in het bloed des volks meneer!

maandag 20 mei 2013


De vlasmachine

19/5/2013 – Perfecte symbiose bestaat. Vandaag rijden de jachtluipaarden en de hazewinden broederlijk naast mekaar de verrassingsrit Johnny Vandenberghe. Iedereen opgetogen over de foute weersvoorspelling. Er staat een harde wind maar dat deert niet als de zon de wolken openbreekt. Johnny, de Trapper met weinig spaken in zijn wiel, leidt ons langs onbekende paadjes. Verrassend is het telkens weer wanneer onze aanvoerder op een saaie weg de lelijke Vlaamse lintbebouwing doorbreekt en een mooi vergezicht tevoorschijn tovert.

Galante heer ook die Johnny. Spurt telkens naar voor om aan de kruispunten de karavaan veilige overtocht te garanderen. Munkzwalm, Roborst, Velzeke, Gavere, het zijn maar een paar gemeentes die we doorkruisen. VandenBERGHE en dus gaat het op en neer. Meestal korte, nijdige hellingen. Ook eens een steile duik naar de Zwalm, dat heerlijke bijriviertje van de Schelde. De Zwalm heeft een groot verval, vandaar de vele watermolens, nu uiteraard omgebouwd tot restaurants en cafés. Gekomen albij het ‘Parasolleke’ worden enkele rake opmerkingen geplaatst. Een niet nader genoemd lid zou daar nog een paar uurtjes geleden in volle opwarming geweest zijn voor deze rit.

Aan eten zal het je in de Zwalmstreek niet ontbreken. Ook Freddy, alias Freddy Bianchi, ontbreekt het niet aan spijs. Zijn nieuwe fiets is een Museeuw flax bike, gemaakt uit 50% vlasvezels en 50% carbon. Een biofiets? In noodgevallen kan Freddy dus zijn fiets opeten of er desnoods een overlevingsdekentje uit breien.

Als we ergens een lekke band hebben, onteren we de hagen in de omtrek. Het is een vast ritueel geworden. Eén dame neemt zelfs de toiletten in beslag van een huis in opbouw waarvan ik vermoed dat de keramische afdeling nog niet is voltooid.

Veel ‘royals’ ook vandaag, Andrew en Janet zelf en ook zoon en dochter. De tweede in lijn voor de troonsopvolging ontbreekt jammer genoeg, evenals de voorzitter trouwens, die waarschijnlijk nog ligt te ronken in zijn alkoof.

Terug in Melle wat verwarring. Johnny is richting huis en wij moeten richting Wastobbe. Zoals gewoonlijk kent iedereen de beste weg en vallen we in drie groepjes uiteen. De kermisbarbecues vormen echter een stevige rookpluim boven Laarne en een paar tellen later zit iedereen samen bij een vierdelken bier.

‘Mooie rit vandaag’, droom ik als ik op weg naar huis door Heusden rijd. Plots stormt een horde communicanten in witte monnikskleren uit de kerk en moet ik flink in de remmen gaan. Vlekkeloos stappen ze snel in de auto van ma en pa.
 

zondag 12 mei 2013


Body Mass Index

12/5/2013 - Om twintig voor acht sop ik mijn boterhammetje met aardbeienconfituur in een tas koffie. Op de radio Cathy Berckx, gouverneur van Antwerpen. Het gaat over obesitas in onze maatschappij en over het heffen van belasting op suiker en vet. De journaliste belt niemand minder op dan Jean-Marie Dedecker voor een reactie.  “Al die betutteling van de staat.  Waarom verplichten ze je niet om je BMI op je pas te zetten?”, vraagt hij provocerend. “Neen, een boterhamdoos en stuutjes met kaas en hesp in plaats van aan te schuiven voor broodjes vol mayonaise. En ik was vroeger een magere judoka  en nu ben ik dik, alleen omdat ik sukkel met mijn rug. En in Duitsland is alles beter want daar is er in de namiddag geen les en doen de kinderen verplicht aan sport.” Juist Jean-Marie, Deutschlank dus !

Goed, op de politiek kan je rekenen want  de regering gaat aan ons spaargeld peuzelen, we zullen dus wel vanzelf afvallen. Ik ga alvast de calorieënstrijd aan op de fiets. De zon schijnt en dat betekent snel genieten. Over een uurtje zal ze zich weer verschuilen achter regenwolken.

Jean-Pierre en ik nemen de hazewinden op sleeptouw en zijn fluitje schalmt fel in mijn rechteroor telkens hij de richting aangeeft. Naar Gavere is de wind alleen de tegenliggers dienstig en het gaat moeizaam. Iedereen snakt naar zon en lente.  Het is wel opvallend kalm. Was het niet voor moederdag, de Vlaming bleef de hele dag in zijn sponde.

Lange rijen bij de bakkers. Vooral mannen die het menen of misschien iets goed te maken hebben. Chaotisch parkeergedrag en dubbele files bij de winkels tot gevolg.

Jean-Pierre probeert me in Munte even af te schudden door maar één keer te fluiten en naar rechts te rijden, maar even later heb ik alles weer onder controle. In Meilegem bij de Kaaihoeve en aan de dode arm van de Schelde, geniet ik van de stilte en de rust. En dan vergeet ik nog de beschutting voor de wind.

Willy lost even af aan de kop van het peloton. Hij viste zich gister naar een derde plaats maar was met zijn twaalf kilo niet zo tevreden. “Er is door iedereen weinig bovengehaald, de eerste had maar twintig kilo.” Ik probeer me die hoeveelheid vis voor te stellen als een stilleven dat ik ooit zag in het Rubenshuis . Toch eens vragen of die vis dan teruggezet wordt of in de pot belandt.

We rijden een stukje op de Via Romana, 2000 jaar geleden het eindpunt van een heirweg Bavay-Velzeke! Wat had Caesar allemaal niet veroverd met voertuigen uit carbon?

Elke wind heeft zijn keerwind en stilaan fietsen we terug naar Laarne. In de regen, want een beetje Flandrien wil het volledige menu. Bij het kippenkraam in Heusden worden de regenjasjes aangetrokken en Jean-Pierre beslist voor een extra toertje om aan het vereiste aantal kilometers te komen. Bij de Wastobbe beslis ik niet te tobben, nieuw werkwoord, en rij naar huis.

Ik spuit mijn fiets schoon en neem een douche. Moeder mag komen!

zondag 5 mei 2013


Testosteron
5/5/2013 - De vogels fluiten, de zon schijnt. In Heusden toveren de bomen, geholpen door  een lage zon, een abstracte kronkel op het wegdek. Beter dan het beste doek in het SMAK.

Mijn vreugde is oprecht en ik kies vandaag voor de jachtluipaarden. Een vlaag van trots, overmoed en onvoldoende zelfkennis.

In vliegende draf trapt Olivier zich naar de leiding en gidst ons door mijn geboortestad Gent. Jawel, over de kasseien van de Vlasmarkt bij Sint-Jacobs, daar waar ik meermaals een roes beleefde in het feestgedruis. Deze keer is de roes van een andere orde.  De hydratatie eveneens.
Een haastig man moet op geen ezel rijden en omringd door Merckxen en Cervélo’s suis ik langs de rommelmarkt. Martin komt naast me rijden en zegt: ‘’k Ben blij dat je erbij bent, je kan dan bij mij blijven als het niet meer gaat.” OK, ik heb dus een reputatie als rode lantaarn.

In de Rode Lijvekensstraat worden we geremd door een vrachtwagen van het Rode Kruis. Freddy zegt meteen: “Rij er maar op, het is meteen de goeie!” Cynisme is altijd prima humor.

In Wondelgem roept een man op de stoep naar zijn vrouw die aan komt fietsen: “Allez, pakt ulder wiel!” Een rit met de Trappers is altijd een beetje slapstick.

De rit gaat via de Kanaalzone naar Nederland en als in de verte de petrochemie van Zelzate opdoemt, probeer ik minder te ademen, het ongeval in Wetteren nog fris in het geheugen. Na een bocht verlies ik echter de groep. In een straat die half uit beton en half uit kasseien bestaat, kies ik voor de kasseien. Ik heb een paar honderd meter aan mijn been. De groep doet niet moeilijk en wacht mij op. Veel testosteron maar het hart op de juiste plaats.

Alleen mannen bij de jachtluipaarden en dat is toch een manco. Mannen hebben alleen medelijden als ze voelen dat je echt gaat sterven.

Nederland dus, het land van de ‘platte kilometers’ (dixit Kristof). Volgens mij is plat en snel hetzelfde als steil en traag, maar ik kan mij vergissen. De fietspaden zijn breed, zo breed dat we een groepje fietsers uit Zele kunnen inhalen. Freddy laat zijn bel lustig rinkelen maar wil eigenlijk zeggen: “Uit de weg losers!”. Even verderop blijkt dat het hautaine inhaalmaneuver ons de verkeerde richting heeft uitgestuwd. Hoongelach natuurlijk als de Zelenaren ons weer inhalen en roepen: “Allez gasten, stoade geparkeerd?”

Van dat ogenblik begint mijn calvarietocht tot Laarne. Ik laat me meezuigen maar voel me toch als een os die een kar voorttrekt door een modderige akker. Als Kristof me nog een tip geeft om meer uit de wind te rijden en me zegt dat Laarne maar een paar platte kilometers meer is, leef ik op.

De Wastobbe ligt mooi in de zon en de hazewinden genieten al in alle rust van de zon op het terras.

Twee Hoegaardens, een paar moppen en met Eric terug richting huis. ’t Is goed geweest, zet de tuinzetel maar klaar!

maandag 29 april 2013


Koekjestrommel

28/4/2013 - Vroeger stond de wekker in een bord vol muntstukken. Toen hij afging en een klepeltje tussen twee metalen bellen ratelde en de muntjes op en neer deed dansen tegen het porselein wist je hoe laat het was. In onze digitale wereld wekt je telefoon je zacht en heb je de keuze tussen wel honderd wekdeuntjes. Van het geruis van golven tot een briesende leeuw. 

Goed, tijdig opstaan blijft moeilijk en het is een deugd die niet in mijn DNA gebeiteld staat. Na een bordje havermout en een koffie, zwaai ik mijn been over mijn fiets en  rij richting Laarne.

Een halfuur later zit ik in het wiel van Jean-Pierre, die met zijn granieten kuiten de kadans aangeeft bij de hazewinden (B-ploeg).  Slapend Vlaanderen , op die ene gekke, scheurende chauffeur na, laat rustig begaan. Een vlakke rit smaak ik wel en geen enkele Davitamonees die ook maar klaagt  over stijve benen. Ik denk dat de goodie-bag van Marc Coucke een perfecte melkzuurvernietiger is.

Via de Moervaart komen we in het Heidebos en als een man een boom ziet dan moet hij… plassen.

Er rijden steeds meer  vrouwen mee in onze groep en dat wordt dus een probleem. Ze zullen er rekening mee moeten houden dat er elke rit eens de andere kant opgekeken moet worden.

In de natuur heb je geen last van de verlokkingen van de stad maar in een straat die naar bakker geurt, kan ik het erg moeilijk krijgen.  Zo ook Dorien, die na het ruiken van gebakken kip plots tegen me zegt: ‘Ik heb wel goesting om een frietje te stekken!’. Volgt een gesprek over hoe gezond je frieten kan maken. Door ze dik te snijden (minder vetoppervlak) of door ze bestrooid met paprika en ingesmeerd met olijfolie gewoon in de oven te stoppen. Waar is toch die heerlijke tijd, toen we nog frieten mochten eten gebakken in ossewit? Pechdag voor Dorien, wiens zus later op de dag naar het Oost-Vlaams kampioenschap atletiek moet. Dieetkost dus ofwel achter de gordijnen smullen.

Bij aankomst in Laarne wordt  unisono beslist om het terras te doen. Dan begint een beleefdheidswedstrijd tussen Janet en Véronique over de ‘pot’.  Beide dames willen de verwarring over de drankprijzen uitleggen en dan volgt: “Allez Janet, zegt gij het maar!” “Neen, neen Véronique, doe maar!”, tot op een bepaald moment Willy zegt : “Ik meene dat viere, vijve en zevene waos!” Helderheid van geest , zelfs na een aanval op de laatste brug van de dag.

Als ik vraag hoe Jeanette nu eigenlijk geschreven wordt , komt snel het modernere Janet boven. Het is hem echter vooral om de uitspraak te doen. Niemand in Laarne krijgt het woord deftig geprononceerd. In Nederland zeggen ze ‘Sjenèt’ en in het Engels is het Janet (spreek uit als in Janet Jackson). Maar dat past dan weer niet bij André. Besloten wordt voortaan ‘Janet en Andrew’ te gebruiken.  Als ik zeg dat ik dat koningspaar al zie staan op een blikken koekjestrommel, word ik door Jeanette, Janet, Sjenèt onmiddellijk in de ban geslagen.

Spoorslags van de Wastobbe naar mijn wastobbe dus. Van de jachtluipaarden (A-ploeg) in de verste verte nog geen spoor. Die zullen nog rauw vlees aan het kauwen zijn.

 

De scheure

14/4/2013 - ‘O jee, het regent’. En dat terwijl iedereen in de overtuiging was dat de zon als een ploert aan de hemel zou staan. Moed bijeen geraapt en op die fiets naar Laarne. De regen stopte en het wolkendek ging aarzelend open. De Wastobbe omzwermd door zwart-rode fietsers, veel vrouwen ook bij de welwillenden. Snel gekozen voor de B-groep  en gedacht dat het tijd wordt om misschien toch eens een andere naam te zoeken voor die ietwat denigrerende stempel. Iets in de trant van de ‘hazewinden’ voor de B en de ‘jachtluipaarden’ voor de A-groep. Kwestie van de snelheid toch subtiel aan te geven. Zo hoef ik aan mijn dochter niet te zeggen dat ik niet tot de absolute top van mijn club behoor.

Best gezellig wel dat ritje van vandaag met Jean-Pierre als levende GPS. Het voordeel is bovendien dat je hem niet moet opladen en dat je zelfs je bestemming niet hoeft in te voeren. Met hem gaat het allemaal vanzelf over Vlaamse wegen. Opvallend veel mestoverschot bij de boeren vanmorgen. Toen ondergetekende plots vroeg wie er zo stonk, antwoordde Noël dat hij de vorige avond ,lees nacht, Hoegaarden had gedronken.

Dit stelde hem aldus niet in staat om scherpe voorwerpen op de weg te ontwijken en zo tot twee keer toe dezelfde band plat te rijden. Toen bij de tweede keer bleek dat een scheur in de buitenband de oorzaak was, werd in groep nagedacht. ‘Pak nen ouwen binnenband en schuurt er een stuk af langs ne muur en legt da tons vanbinnen op die scheure!’, zei een anonieme Trapper. Handig natuurlijk want een schaar behoort nu eenmaal niet tot de standaarduitrusting van de wielertoerist.  Jeanette scharrelde in haar toebehoren en toverde een pleistertje naar boven: ‘Voilà, legt gij da der ne keer op, da zal wel houwen tot in Laarne!’. Zo gezegd, zo gedaan want aan het woord van Jeanette wordt niet getwijfeld. Zij vindt trouwens van zichzelf dat ze ‘nen vreëe sjampetter’ is. Waarvan akte!

Toch heeft ze ervoor gezorgd dat de eega van ondergetekende weer op de fiets zit. Na een jaar zonder ‘goeste’, gooit ze zich weer volop tegen de Vlaamse hellingen, weliswaar soms geduwd door Trappers met overschot. Want om in het leven gelukkig te zijn, moet je kunnen helpen en geven.

En ‘geven’ dat kunnen we. De eerste keer dat ondergetekende gaf, was op een onbekende helling. Katrien trok er alleen op uit, ik koos haar wiel. Boven zag ze me en zei: ‘Ah, ik dacht dat het mijn broer was, die mag mij niet inhalen!’ De familiebanden bij de Van Poecks zijn dus even sterk als de banden van Noël. Karin, die moe was van het zich tegen de hellingen te gooien, koos het hazenpad zodra ze het bordje Merelbeke geroken had. ‘Eu patatten zullen gereed zijn oas ge thuis komt, Frank’ was de commentaar van de Trappers.

Geen rit zonder scheur in een band of zonder scheur in het peloton. Ik ken geen namen van hellingen maar ergens op de Geraardsbergsesteenweg was het weer Katrien die van leer trok en ik moest het koord hard spannen om tot bij haar te raken. Grote verzameling bij Brouwerij Huyghe, waarvan de mooie gevel me steeds een goed gevoel geeft. Niet zozeer omwille van de roze olifanten, maar vooral omdat het einde van de rit in zicht is. Geen pintje in de Wastobbe deze keer en wel linea recta naar huis.

En voor wie het wil weten: ‘Ja, de patatten waren klaar!’